zondag 6 oktober 2013

de uitweg


Jaaaaa, ik heb hem gevonden. De weg uit het stuk tussen de hekken. Iedere nacht loop ik langs het verse hek naar beneden, helemaal tot aan de rots. Vanaf daar kan ik door het bos naar het pad komen waar heerlijk gras staat en de bramen niet geplukt. Iedere ochtend hoor ik Tien al roepen waar ik uithang. De eerste paar keren balkte ik haar tegemoet, om dan doodleuk gehalsterd te worden en weer terug naar de stal of goot. Dus ik heb mijn les geleerd, ik hou mijn bek voortaan wel. Laat haar maar zoeken, vindt je ook niet?
Tien is als de dood dat de varkens me volgen. Want die slopen de boel te veel.

Nu was ik een stuk verder gelopen. Ze liep me straal voorbij, dat hele pad af naar beneden met de honden in haar kielzog. Die speelden het spel met me mee. Ze vallen best mee, honden.
Ze heeft dat roteind door de bosjes geklommen. Balou is van een helling gerold, ik heb het helaas niet gezien. Het zou hilarisch geweest zijn om te zien, zei ze. Na een klein half uur loopt ze er weer. En mij maar roepen, zie je het voor je? Maar opeens kijkt ze me recht aan. Sportief, ze kan erom lachen.
Maar ze laat me gewoon staan! Mensen mensen niet normaal. Geen wortel of knuffel, ze zegt goedemorgen en loopt zo weer weg naar verder beneden, het meer. Dus kijk. Zo doet ze dat. Mij laten weten dat ze het er niet mee eens is dat ik niks zeg als ze me roept.... Okee, ksnap um.

Gisteren, of was het nou eergister?, kwam mijn mensenpa langs. Met een lief gehoornd geitje dat aan mijn neus kwam snuffelen. Ze leek me heel lief. Wel erg klein, maar gezellig, zo'n blèrend gezelletje.
Het was ook leuk hem even te zien. Marcel is een beste. (Op de rit in dat donkere ding dat zo warm was na dan.) Hij vond me er puik uitzien, goed doorvoed, niet te dik en veel gegroeid. En mijn krullen, die vond hij ook mooi. Ik kreeg een aai.

Die aai krijg ik heel vaak. Van alle mensen die me zien en niet bang zijn. Van Tien krijg ik knuffels. Hele warme en fijne. Dan pakt ze mijn kop vast, legt mijn snozzels in haar elleboog en zij, weggestopt, en streelt dan mijn ogen, wenkbrauwen, voorhoofdkop, kinnebakkes en hals. Mèèèènnnn dat is fijn mag je weten! Ik knor zachtjes van genot. Het klinkt als een kruising tussen zacht varkentjesgeknor en kattengespin. Ja, ik kan heel erg tevreden zijn.

En nee, ik ben niet heel eigenwijs, want ik laat me wel altijd halsteren om mee te gaan naar waar-dan-ook. Zonder stiefel ik alleen achter Tien aan als ik denk dat het interessant kan worden.

Ik mis het geitje!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten