Van de week weer zoiets!
Na een korte graas een kilometer van huis, gadegeslagen door Tien, drie katten en een hond, besluit ik komende nacht er eens op uit te gaan. Verder verkennen, want dit verse andere gras geeft energie mag je weten. Volgens mij had ze het al door. Ze bleef proberen me naar de stal te brengen, maar ik wilde gewoon gelijk dat appeltje uit de rugtas en grazend wegwezen.
Nadat ze weg was ben ik grazend gaan wandelen.
Eerst naar de grote appelboom, daar het ingestorte muurtje af, dan het platgetrapte smalle pad richting het hek dat er nu opeens staat. Het is daar heel dicht gegroeid, en steil.
Ik dommel in, word wakker, doe wat stapjes verder naar beneden, graas wat, eet een appeltje van een vergeten boom en zo gaat de nacht voorbij en wordt het licht.
Ik kan nu meer zien en sta op een kleine rotspunt, begroeid met lekkers, dat wel. Hoe ik hier weg moet is me een raadsel!
Duzze....
Lijdzaam afwachten tot ik haar zie, of hem.
Dat duurt
en duurt.
Maar opeens hoor ik mijn naam en roep ik terug.
Het duurt even voor ze me gevonden heeft, maar een opluchting een grote wortel te krijgen. Maar dan hé...
Terug naar huis? Oeps. Want als ik me klem gelopen heb, hoe moeten onhandige mensen op maar twee poten dat dan doen?
Je snapt het al, het was off-road, heel moeilijk om te volgen, maar wel een betere manier omhoog dan ik omlaag ben gelopen.
Bij grote greppels of beekjes houd ik halt. Want ik spring daar overheen. Lopen door water is me een gruwel aan de hoeven en een greppel of kuil waarin ik de ondergrond niet kan zien, ook daar zet ik de hoeven niet op of in. Knap hé, ik kan ook springen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten